Woningcorporaties kunnen 37 miljard euro in extra nieuwe sociale huurhuizen steken. Als wordt uitgegaan van 150.000 euro aan kosten per huis, dan gaat het om een kleine 250.000 nieuwe sociale huurwoningen.
Dat schrijft woonminister Stef Blok dinsdag aan de Tweede Kamer.
Gemeenten, huurders en corporaties moeten samen kijken hoe deze mogelijkheden kunnen worden benut, zoals vorig jaar in nieuwe regels is vastgelegd. De minister liet adviseur ORTEC Finance per gemeente berekenen wat de financiële mogelijkheden voor de corporaties zijn. Dat wordt binnen enkele dagen voor iedereen via internet inzichtelijk.
37 miljard euro lenen met staatsdekking
Het gaat wel om geld dat de corporaties moeten lenen, maar dat kan onder mildere voorwaarden en de minister staat garant. Er is ook ruimte voor renovatie en voor huurverlaging, maar dat moet dan wel met bovengenoemd bedrag worden verrekend.
De bouw van goedkopere sociale huurhuizen wordt gestimuleerd, helemaal in gebieden waar die extra nodig zijn. Voorwaarde is dat de huurprijs beneden de 600 euro ligt. Voor zulke huizen die tussen 2017 en 2021 worden gebouwd, komt in schaarstegebieden een aftrek van de heffing die verhuurders moeten betalen aan het Rijk van 20.000 euro per huis. In de overige gebieden is dat 10.000 euro.
'Kleine' verhuurders hoeven over hun eerste 25 huizen helemaal geen verhuurderheffing te betalen. Nu zijn alleen nog de eerste tien huizen daarvan gevrijwaard.
Voor de rest ziet Blok geen noodzaak om de verhuurdersheffing aan te passen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl